Als iemand de voorkeur geeft aan A boven B en de voorkeur geeft aan B boven C, dan geeft hij de voorkeur aan A boven C. Is er een uitzondering?


Beste antwoord

Dit probleem is een van de klassieke probleem vaak besproken in de utiliteitstheorie. Dit probleem kwam ook voor in het proefschrift van de bekende econoom Kenneth French, om maar wat achtergrondinformatie te geven. Ik zal een voorbeeld geven dat zal helpen om dit beter te begrijpen, het zal ook de tekortkomingen van de utiliteitstheorie en de opkomst van gedragseconomie laten zien om menselijk gedrag beter te verklaren.

De utiliteitstheorie stelt dat: als A de voorkeur heeft boven B, B boven C, dan heeft A de voorkeur boven C. (transitieve relatie)

Stel nu: a = naar Venetië gaan b = een film kijken over Venetië c = thuis blijven

duidelijk heeft a de voorkeur boven b en c. Maar als een persoon een optie wordt geweigerd en in plaats daarvan een b optie krijgt, kan hij net zo goed wrok koesteren en ervoor kiezen om thuis te blijven (optie c), wat een afwijking is van het rationele denkproces. Dit wordt een paradox met betrekking tot het feit dat alle mensen rationeel zijn.

Antwoord

Antwoorden met concept van verzamelingenleer

Gegeven

A B = ϕ (lege set) (Er is geen gemeenschappelijk element in de A- en B-reeks)

B C ≠ ϕ (sommige elementen van B-set zijn elementen van C-set)

Nu als (CB) niet leeg is, dwz als C en B zijn niet gelijk set of B is geen subset van C, laten we één element a nemen, dat element is van C maar niet B

Nu kan element a van de set (CB) wel of niet element zijn van A, aangezien het geen A (CB) = ϕ krijgt. Er kunnen enkele elementen van A zijn die elementen van C zijn, maar geen elementen van B.

Dus nee A is B en sommige B is C, dit betekent over het algemeen niet dat alle A niet C is. Er kunnen enkele A zijn die C zijn, maar niet B.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *