Beste antwoord
In meercellige organismen wordt de buitenomgeving simpelweg extracellulaire omgeving genoemd. Het is vloeibaar van aard en wordt daarom de extracellulaire vloeistof genoemd. De functie van deze vloeistof is om de uitwisseling van inhoud zoals voedingsstoffen en afvalproducten tussen de cellen, intercellulaire communicatie enz. mogelijk te maken.
We gebruiken specifieke termen zoals interstitiële vloeistoffen om de vloeistofruimte tussen de cellen aan te duiden cellen in weefsels en intervasculaire vloeistof om plasma van de bloedvaten en lymfevaten aan te duiden. Het derde type extracellulaire vloeistof – transcellulaire vloeistof wordt gevonden als de cerebrospinale vloeistof (CSF) en het kamerwater van de ogen.
De onmiddellijke extracellulaire omgeving wordt de extracellulaire matrix of ECM genoemd, een complexe niet-levende component die wordt uitgescheiden door weefselcellen. Over het algemeen wordt de aard van de extracellulaire omgeving bepaald door de functies van de cellen die de matrix vormen. Deze omgevingen worden gecreëerd door cellulaire afscheiding van structurele eiwitten zoals collageen, elastines, koolhydraten, ionen, vitamines, verschillende enzymen, hormonen en water. Concentratie van collagenen, elastines, mineralen enz. Dragen bij aan de vaste of geleiachtige of vloeibare aard van de matrix. De matrix is een vloeistof zoals in het geval van bloedplasma of rigide zoals in botweefsel .
Antwoord
De buitenomgeving van een enkelvoudig organisme is, nou ja, de omgeving. Voor bijvoorbeeld een protist als Paramecium tetraurelia chillaxin in een vijver, is de vijver de extracellulaire omgeving.
Voor meercellige organismen is de extracellulaire omgeving varieert afhankelijk van het type en de locatie van de cel. Sommige cellen zijn membraan tegen membraan gepakt, dus de extracellulaire omgeving bestaat inderdaad uit andere cellen. Sommige cellen kunnen een orgaan zoals de darm bekleden, dus de extracellulaire omgeving omvat alles wat door de darm gaat. Voor neuronen in het centrale zenuwstelsel is de extracellulaire omgeving voornamelijk een vloeistof die cerebrospinale vloeistof wordt genoemd en die neuronen en de bijbehorende gliacellen opvangt en ondersteunt. Voor cellen langs het binnenoppervlak van de oogbol is het extracellulaire medium een onder druk staande vloeistof die kamerwater wordt genoemd; voor cellen aan de buitenkant van het hoornvlies is de extracellulaire omgeving een dunne laag zoutoplossing en daarbuiten kilometers lege lucht.