Wat is de meervoudsvorm van ' do '?


Beste antwoord

Het werkwoord “doen” is in de vorm meervoudig werkwoord. Dat wil zeggen, als we het afzonderlijk beschouwen naast het werkwoord doet. Maar in het gebruik, of het moet worden beschouwd als een enkelvoud of een meervoudig werkwoord, hangt volledig af van het onderwerp waarmee het wordt gebruikt. werkwoord “do” kan zowel als enkelvoud als meervoud worden gebruikt, afhankelijk van de context. Gebruikt met het voornaamwoord van de tweede persoon “u”, is het werkwoord “doen” tegelijk enkelvoud en meervoud. Dit komt omdat het voornaamwoord “u” kan worden gebruikt om naar een of meerdere personen te verwijzen, bijvoorbeeld:

Ik zag je gisteren bij de bushalte (waar JIJ verwijst naar één persoon).

Klasse kun je me het synoniem van het woord “goed” vertellen? (Waar JIJ verwijst naar meerdere personen in de klas)

Vandaar dat in de uitdrukkingen: “Jullie weten allemaal het antwoord. Ja JIJ wel”,

het werkwoord “doen” is meervoud, aangezien het voornaamwoord van de tweede persoon “jij” wordt begrepen in de context moet meervoud zijn.

“Do” wordt ook gebruikt met eerste persoon nominatief enkelvoudig voornaamwoord “I” bijv .: ik doe.

Eerste persoon meervoud nominatief voornaamwoord “wij” bijv .: wij doen.

Maar voor het nominatief voornaamwoord van de derde persoon zijn de regels heel anders: gebruik “Do” met het nominatief voornaamwoord van de derde persoon, bijv. Ze doen het.

En “doet” met derde persoon nominatief enkelvoudig voornaamwoord, bijvoorbeeld: zij doet.

In de zin: “the do” s “en” the don “ts”, de woorden “do” s “en” don “ts” zijn zelfstandige naamwoorden en geen werkwoorden. Een lidwoord (bepaald of onbepaald) voorafgaand aan een werkwoord zoals in het bovenstaande voorbeeld, geeft het werkwoord een zelfstandig naamwoord per functie weer. Hetzelfde geldt wanneer een bijvoeglijk naamwoord wordt voorafgegaan door een lidwoord, zoals in “de rijken”, “het goede” en “het slechte”. De samengestelde woorden “hair-do” en “hair-dos” zijn zelfstandige naamwoorden (respectievelijk enkelvoud en meervoud). Enkelvoud en meervoud zijn functies van zowel werkwoord als zelfstandig naamwoord. Samengestelde woorden kunnen bestaan ​​uit woorden met verschillende woordsoorten, maar in termen van hun woordklasse worden het nieuwe creaties. Beschouw het samengestelde woord: “cashflow” (zelfstandig naamwoord + werkwoord) maar gebruikt als zelfstandig naamwoord. Evenzo wordt de samenstelling: “vol actie” (zelfstandig naamwoord + werkwoord) gebruikt als bijvoeglijk naamwoord en niet als werkwoord of zelfstandig naamwoord.

Antwoord

Aan Mike Evans,

De meervoud van het werkwoord ‘doen’ is ‘doen’. (OPMERKING: twee enkelvoudsvormen gebruiken ook “do.”)

Het enkelvoud is “doet”, wat alleen wordt gebruikt voor derde persoon enkelvoud.

Hieronder staan ​​alle vormen van “doen” in de tegenwoordige tijd.

  • Eerste persoon enkelvoud: “ik doe”
  • Tweede persoon enkelvoud: “jij doet”
  • Derde persoon enkelvoud: “hij doet, zij doet, het doet”
  • Eerste persoon meervoud: “wij doen”
  • Tweede persoon meervoud : “jij doet”
  • Derde persoon meervoud: “zij doen”

Zie alstublieft mijn andere antwoorden op het werkwoord ‘doen’ met aanvullende tijden en voorbeelden:

  • Het antwoord van Sarah Madden op Kunnen we ‘deed’ in de tegenwoordige tijd gebruiken?
  • Het antwoord van Sarah Madden op Wat is de passieve vorm van Ik moet het doen?
  • Het antwoord van Sarah Madden naar Wat is de verleden tijd van “doen”?
  • Het antwoord van Sarah Madden op Wat is de voltooide tijd van “doen”?

—Sarah M., gepost op 17 oktober 2019

VRAAG: Wat is de meervoudsvorm van “doen ”? (gevraagd op 11 september 2019)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *