Beste antwoord
Het is vergelijkbaar met het verschil tussen “thuis” en “in mijn huis”.
“Aan het strand” beschrijft uw locatie ten opzichte van andere plaatsen in de stad (of een vergelijkbaar groot gebied).
A: “Oh, Jill is er niet. Waar is ze? “
B:” Ze is op het strand. “
Merk op dat spreker B Jill niet kan zien en niet weet of ze in het water of op de zand of op de parkeerplaats of bij een ijskraam aan de overkant van de straat, maar Jill is vaag “op het strand” (niet thuis, niet op school, niet op de bowlingbaan).
“On het strand ”is meer specifiek: het betekent dat je letterlijk bovenop het zandgebied naast een watermassa staat. (Niet zwemmen in het water, niet op de promenade, niet in een strandcafé; je staat of zit of ligt op het eigenlijke strand zelf.)
Hieruit volgt dat je op het strand kunt zijn ”Zonder“ op het strand ”te zijn (bijv. Omdat je in het water bent, of in de kleedkamer, of wat dan ook).
Antwoord
“ Op het strand ”is letterlijk: iemand is fysiek aanwezig op het strand. Dit is de staat waarin we het vaakst met een strand te maken hebben.
“Op het strand” impliceert een adres, en dus een bepaalbare locatie. Stranden zijn meestal lang, een bepaalbare locatie daarop is zeldzaam.