Beste antwoord
Iemands mening doet er in dit, net als bij andere vragen, weinig toe over het markeren van bezit in het Engels. Ik heb misschien één eigendom met bomen en twee huizen met blokhutten, maar die met blokhutten zijn waardevoller. Ik kom echter in de problemen wanneer het landgoed met bomen landelijker wordt geacht dan de twee andere blokhutten.
Dit komt doordat er onduidelijkheid is over mijn voornaamwoordreferenties en stilistische zorgen. Het landgoed met bomen is landelijker dan de twee huizen met blokhutten. Door een ongebruikelijke of niet-standaard afwijking te gebruiken, contrasteer ik het landelijke eigendom, niet met de andere verstedelijkte of ontwikkelde eigendommen, maar met de blokhutten van de andere twee. Welnu, hoe ben ik van de blokhutten van die twee naar de blokhutten van deze twee gekomen?
Dit is bizar. Heel binnenkort. zoals blijkt uit deze drie voorbeelden, heb ik mezelf in een fijne augurk geschreven. Standaardgebruik is vaak logischer als u ervan afwijkt en zelf ziet wat er gebeurt als u tot het uiterste gaat.
Ik hoop dat u echter het verschil ziet tussen de keuzes waar u naar vroeg, zoals gewoonlijk het geval is, de vragen waar men naar vraagt, vanwege de bizarre bewoordingen van de een, elk voorbeeld bizarder dan het vorige, laat men zich afvragen. Maar zoals het is, is uw voorbeeld betreffende iemands perspectief standaard en correct.
Antwoord
Voor de eerste vraag is de positie van de apostrof het allerbelangrijkste. De apostof toont bezit. Als de apostrof tussen de laatste letter van het zelfstandig naamwoord en de s staat, betekent dit dat het zelfstandig naamwoord een enkele entiteit is, geen meervoud. Als het NA de s komt, betekent dit dat het zelfstandig naamwoord meervoud is. Ter illustratie: ‘de snelheid van de auto’ betekent de snelheid van één auto, maar ‘de snelheid van de auto’ betekent de snelheid van meerdere autos. Niettemin kan het woord ‘één’ van nature alleen in het enkelvoud bestaan, tenzij het verwijst naar het cijfer “1”. In dat geval kunnen er natuurlijk meer dan één “1” of meerdere zijn. U zou dus kunnen zeggen dat “de inkt rood was”, verwijzend naar een enkel cijfer (1) dat rood is, maar u kunt ook zeg “die inkt was rood”, verwijzend naar verschillende met de kleur rood.
Voor de tweede vraag zou de zin grammaticaal niet correct zijn aangezien “iemands perspectief” een derde persoon enkelvoud is onderwerp, maar het werkwoord spelen is een meervoudig werkwoord – een duidelijke mismatch. De zin zou moeten luiden: “Iemands perspectief in het leven speelt een invloedrijke rol bij het begrijpen”.