Wat is het verschil tussen pepsine en pepsinogeen?


Beste antwoord

Pepsinogeen is de inactieve voorloper van pepsine.

Sommige enzymen, zoals pepsine, hebben een “zymogene” vorm. Gewoonlijk vormt dit een aantal extra aminozuren op de polypeptideketen, die moeten worden afgesplitst om het eiwit te laten rijpen tot zijn actieve enzymvorm. Zodra pepsinogeen is gesplitst, wordt het pepsine.

Dit soort regulering is gebruikelijk bij uitgescheiden enzymen, vooral proteasen. Een reden is dat het het mogelijk maakt dat het enzym op de ene locatie wordt gemaakt en op een andere wordt gebruikt, zonder iets te doen wat het onderweg niet zou moeten doen. Pepsine kan net zo gemakkelijk eiwitten afbreken in de levende cel die het maakt, dus maakt de cel pepsinogeen aan, dat is pepsine met een veiligheidsschakelaar. Na afscheiding uit de cel kan de beschermende “tag” worden afgesneden en het enzym worden aangezet. Maar nu bevindt het zich in het lumen van het spijsverteringskanaal, waar het geen schade kan toebrengen aan gezonde lichaamscellen (die worden beschermd door slijm en epitheelcellen).

Een ander voorbeeld van een dergelijke regulatie is fibrine en fibronogeen. Fibrine is een eiwit dat betrokken is bij hemostase of bloedstolling. Het helpt bij het vormen van dichte stolsels op de plaats van bloedvatletsel. We willen natuurlijk niet dat fibrine vrijelijk stolsels veroorzaakt, omdat dat hartaanvallen, beroertes en allerlei ischemische verwondingen kan veroorzaken. Daarom is het geëvolueerd met een veiligheidsschakelaar; fibrinogeen is overal in de bloedbaan overvloedig aanwezig, maar het wordt alleen proteolytisch verwerkt (gesplitst) tot fibrine wanneer en waar het nodig is, als reactie op signalen van bloedvatletsel.

Antwoord

Beide de enzymen zijn endopeptidasen (proteolytische enzymen) dwz verteren eiwitten in het spijsverteringskanaal. Ze hydrolyseren eiwitten tot peptiden, proteosen en peptonen. Maar hun werkterrein en productie zijn anders.

Pepsine wordt uitgescheiden door hoofdcellen in het maagslijmvlies (maag) en hydrolyseert eiwitten in de maag waar de omgeving zuur is vanwege de afgifte van HCL.

Trypsine wordt in de twaalfvingerige darm afgegeven door de alvleesklier (komt via de hepatopancreas de twaalfvingerige darm binnen) waar de omgeving alkalisch is.

Beide komen vrij als pro-enzymen (zymogenen) in de vorm van pepsinogeen en trypsinogeen en worden vervolgens geactiveerd door HCL en enterokinase (uitgescheiden door darmklieren) respectievelijk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *