Beste antwoord
Meervoud komt voor in zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden, inclusief aanwijzende voornaamwoorden. Zoals het is, moeten volgens het grammaticale protocol alle zelfstandige naamwoorden in het meervoud worden gevolgd door werkwoorden in het meervoud. Deze grammaticale procedure wordt “concord” of de overeenkomst tussen onderwerp en werkwoord genoemd. Natuurlijk, in het geval van singulariteit, moeten alle enkelvoudige zelfstandige naamwoorden worden gevolgd door enkelvoudige werkwoorden.
MEERVOUDIGE WERKWOORD SENTENCES.
VOORBEELDEN:
NOUNS: Boys LIKE voetballen. Meisjes spelen liever ronde.
PRONOUNS (ONDERWERP):
We LIKE appels. U (meervoud) LIKE sinaasappels. Ze HOUDEN van pruimen. We eten appels. U (meervoud) eet appels. Ze eten pruimen.
DEMONSTRATIEVE PRONOUNS (ONDERWERP):
Dit zijn prachtige pennen. Dat zijn prachtige kleurpotloden.
OPMERKING: het meervoud van het werkwoord “zijn (copula) is” ZIJN. “
VOORBEELDEN:
Wij zijn studenten. Zij zijn studenten. De pennen zijn prachtig. De kleurpotloden zijn rood.
HET WERKWOORD TE HEBBEN.
VOORBEELDEN:
Je (meervoud) hebt potloden. We hebben potloden. Ze hebben potloden. De leerlingen hebben pennen.
ENKEL NOUN OF PRONOUN:
VOORBEELDEN:
NOUN: De jongen is een student. Tom is een student. Sherry HOUDT van sinaasappels
PRONOUN: Ik ben een student. Hij is een student. Ze is een student.
DEMONSTRATIEVE UITSTELLING:
Dit boek is oud. Dat boek is nieuw.
NEE: Kortom, gebruik altijd een meervoudig werkwoord met een meervoudig onderwerp. Gebruik op dezelfde manier altijd een enkelvoudig werkwoord met een enkelvoudig zelfstandig naamwoord. Dit is natuurlijk in overeenstemming met de regel van “concord:” de overeenkomst tussen onderwerp en werkwoord.
Antwoord
Naast zelfstandige naamwoorden in het meervoud heeft het Engels meervoudige subjectpronomina (we , jij, zij) en meervoudige bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden (onze | jouw | hun) en anderen zoals deze en die. Het is dus echt een kwestie van het werkwoord correct vervoegen aangezien het betrekking heeft op het meervoud.
Wij / jij / zij houden van chocolade.
Politici zeggen rare dingen.
Deze jurken zijn mooi.
In feite, afgezien van het werkwoord zijn, ziet de werkwoordsvorm voor alle meervoudige onderwerpen er precies zo uit als de infinitief van het werkwoord zonder de naar. do, make, have, live, build, etc… = zo simpel is het in het Engels.
Opmerking: soms is er een verschil tussen Amerikaans Engels en Brits Engels, maar beide zijn correct. Bijvoorbeeld, waar heb je de voorkeur aan: A. De overheid is + wat dan ook … of B. De overheid is + wat dan ook …. ? Als u denkt dat de overheid een enkele entiteit is die kan worden vervangen door ‘het’, gebruik dan dat. Als je de regering ziet als een groep die kan worden vervangen door het voornaamwoord ‘zij’, gebruik dan zijn.