Beste antwoord
Intels PAE-technologie was een technologie die intel voor het eerst implementeerde in hun p6-microprocessor (de pentium pro en pentium 2). Het doel was om de geheugenbarrière van 4 GB te doorbreken (de echte, niet degene die is gecreëerd door een megabedrijf met het oog op productsegmentatie).
Zie je, de geheugenadresseringsmogelijkheden van een processor worden bepaald door de breedte van de adresbus. Als een snelle kanttekening, moet ik hieraan toevoegen dat deze adresbusgrootte volledig onafhankelijk is van de woordgrootte van de processor (het aantal “bits” dat een processor heeft).
Met oudere processors zoals de pentium ( p5) en i486, de grootte van de adresbus was 32 bits breed, wat betekent dat de cpu ~ 4 miljard locaties (4 miljard bytes of 4 GB) kon adresseren. Dit is een fysieke beperking. Zonder slimme oplossingen heeft de cpu simpelweg geen toegang tot extra geheugen.
Hoe dan ook, dit begon een probleem te worden, dus ontwikkelde Intel PAE: ze verhoogden in feite de adresbusbreedte van de processors tot 36 bits en sloegen een fantasie naam erop. Dit betekent dat relevante processors nu theoretisch toegang hebben tot 64 GB RAM. Zowel de Windows NT-kernel als Linux ondersteunen deze functie, waardoor 32-bits processors toegang hebben tot meer dan 4 GB RAM. Dus de 4GB-barrière is niet echt een ding, toch?
Microsoft heeft echter besloten om PAE alleen in te schakelen op zijn pro- en serverbesturingssystemen, waardoor 32-bits consumentenvensters blijven steken op een limiet van 4GB. pure softwarebeperking, wat geen probleem was op linux.
tl: dr: PAE is de terminologie van Intel voor een grotere adresbusbreedte van 36 bits.