Beste antwoord
Boerenlandbouw verwijst naar een soort kleinschalige landbouw. Boeren verbouwen gewassen en houden vaak op kleine schaal vee. Een deel van de producten wordt gebruikt om het gezin te voeden en het overschot wordt verkocht.
De boer en familieleden zorgen voor het grootste deel van de arbeid. Het grootste deel van het land wordt gebruikt voor het verbouwen van gewassen. Boeren verbouwen een verscheidenheid aan gewassen, waaronder tomaten, kool, paprika, gember, yams, peulvruchten en rijst. Gewasrotatie wordt meestal beoefend. Kleine boeren wisselen bijvoorbeeld peulvruchten vaak af met paprikas of groentegewassen. Boeren houden vaak vee, waaronder kippen, eenden en andere kleine dieren.
De landbouw wordt gedaan met behulp van voornamelijk arbeidsintensieve methoden en traditioneel handgereedschap. Meerdere irrigatiekanalen of kanalen worden gebruikt om gewassen van water te voorzien. Mest en compost worden gebruikt als meststof.
www.agricincome.com
Antwoord
Het woord “boer” omvat historisch gezien een breed scala aan mensen, waaronder lijfeigenen, landarbeiders, zelfvoorzienende boeren en welvarende vrijen. De percentages varieerden afhankelijk van of u zich in de middeleeuwen of de late middeleeuwen bevond, of in arme versus rijke landen. Landen die succesvol geïndustrialiseerd waren, deden dat over het algemeen op basis van welvarende vrije boeren.
Vrije boeren woonden in aanzienlijke huizen.
Ze leefden goed en aten goed.
In tegenstelling tot andere boeren hadden vrije mannen stemrecht op eerst alleen bij lokale verkiezingen, later voor parlementsleden in het Lagerhuis. Ze hadden ook het recht om wapens te dragen en het recht om door een jury van hun leeftijdsgenoten te worden berecht.
Hoewel ze het zich konden veroorloven om landarbeiders en bedienden in dienst te nemen (die meestal wezen en behoeftige familieleden waren), werkten ze behoorlijk hard, van zonsopgang tot zonsondergang, zes dagen per week.
Als ze ooit besloten met pensioen te gaan en iemand anders de boerderij voor hen, konden ze “herenboeren” en leden van de adel worden. Een paar deden dat, maar de meesten waren niet zo welvarend.
Sommigen van hen organiseerden boerenmarkten, die uitgroeide tot dorpen en steden. Als ze in de stad woonden of eigendommen bezaten, zouden ze een aandeel hebben in de gemeentelijke corporatie en burger worden, ook wel bekend als burgers, de bourgeoisie of burgers.