Beste antwoord
Ik weet dat het niet gemakkelijk is om al deze tijden in het Frans te onderscheiden, maar met de tijd zullen ze gemakkelijker worden! Ik hoop dat xd
- Dus voor de “ passé simple ” is het “simple past \ passé composé” hetzelfde gebruikt , verschillende vervoegingen en het wordt niet gebruikt in gesproken Frans NOOIT, het wordt alleen in de literatuur gebruikt!
Bijvoorbeeld: (être)
Je suis (au présent)
Jai été (au passé composé)
Je fus (au passé simple)
Het is grappig, nietwaar !? als je eenmaal een vreemde terminasion opmerkt, weet je dat het passé simple is.
- Passé antérieur : je gebruikt het wanneer je hebt 2 acties die in het verleden zijn gebeurd, de eerste die eerder is gebeurd, is in passé antérieur, de tweede in passé simple.
(passé simple + pp)
- Futur antérieur : hetzelfde als le passé antérieur, je hebt 2 acties in de toekomst zal de eerste actie in futur antérieur zijn en de 2e actie zal in futur simple zijn.
(futur simple + pp) Quand jaurai fini mes études, jirai à Tokyo.
- Plus-que-parfait wordt ook gebruikt als je 2 acties hebt die in het verleden zijn gebeurd, de eerste die eerder is gebeurd, is in plus-que-parfait, de tweede in passé simple of passé composé of imparfait.
(être ou avoir à limpa rfait + pp)
Geniet van Franse grammatica!
Antwoord
Passé composé (letterlijk: “samengesteld verleden”) is het Franse equivalent van de Engelse tegenwoordige voltooide tijd: Nous avons vu = “We have seen”.
Passé antérieur is het equivalent van het Engelse verleden perfect: Jeus fait = “I had done”. Dit is een literaire tijd, en wordt zelden gebruikt in alledaagse gesprekken; in plaats daarvan moet de plus-que-parfait worden gebruikt.
Futur antérieur is gelijk aan de Engelse future perfect: Il aura parlé = “Hij zal gesproken hebben”.
Plus-que-parfait of pluperfect heeft geen exact equivalent in het Engels, maar wordt meestal vertaald door het Engelse verleden perfect: Vous étiez allés = “Je was weg”.